Vertaling Bijbel, Kanttekeningen SV, [], Als gij aangezeten zult zijn om met een [1]heerser te eten, zo zult gij [2]scherpelijk letten [3]op dengene, die voor uw aangezicht is. 1. Dat is, koning, vorst, prins, heer, of die meerder is dan gij zijt en u schade zou kunnen aandoen, zo gij hem enige oorzaak van verstoring geven zoudt. 2. Hebreeuws, lettende letten; dat is scherpelijk, of naarstiglijk letten. 3. Te weten, dien gij moet aanzien en in ere hebben, opdat gij hem met geen woord, gebaar, of daad verbelgt. Anders: op hetgeen voor uw aangezicht is; te weten, opdat gij daarvan niets nuttigt, dan met zulke zedigheid en matigheid als betamelijk is.